Vertaling Bijbel, Kanttekeningen SV, [], [30]Die keert zich dan naar Zijn [31]wijzen raad [32][door] ommegangen, [33]dat zij doen al wat Hij ze [34]gebiedt, [35]op het vlakke der wereld, op de aarde. 30. Te weten, de wolk, van welke in vs.11 gesproken is. 31. Het Hebreeuwse woord betekent meest vlijtige kloekheid en beraadzaamheid in het regeren; gelijk de stuurlieden ter zee met bijzondere behendigheid hun schip weten te sturen en ter gewenste plaats te brengen. Alzo hier, Spreuk.1:5, en Spreuk.11:14, en Spreuk.20:18, en Spreuk.24:6. Elders wordt het in het kwade genomen voor des bozen listige en schalkse raadslagen; gelijk Spreuk.12:5. 32. Te weten, waardoor de wolk van het ene oord der lucht in het andere gedreven wordt, geleid zijnde door Gods voorzienigheid, naar de orde, die Hij in de natuur gesteld heeft. 33. Te weten, niet alleen de wolk, maar ook al de andere voorverhaalde schepselen, als de winden, de sneeuw, de regen, enz. 34. Dat is, al wat Hij daardoor doet. Zie boven, hfdst.36 vs.32. 35. Hebreeuws, op het aangezicht der aarde. Vergelijk Gen.1:2.